Vragen uit de Kennisagenda GV Thuis: uitkomsten

In de bredere beroepsgroep van geestelijk verzorgers wordt onderzoek naar effecten steeds belangrijker gevonden. Onder effecten wordt dan verstaan de uitkomsten of resultaten van de begeleiding van cliënten. Uit eerder onderzoek bleek het een van de onderzoeksprioriteiten te zijn van geestelijk verzorgers in Nederland (Damen et al., 2019). Het staat dan ook hoog op de landelijke kennisagenda van geestelijk verzorgers. Het is daarom goed om de effecten van Geestelijke Verzorging Thuis niet geïsoleerd te onderzoeken, maar in samenhang met de andere werkvelden van deze beroepsgroep. Opvallend was dat in de vragenlijst voor deze kennisagenda met name de geestelijk verzorgers de waardering van hun handelen door cliënten belangrijker vonden dan een meer objectieve effectiviteit. Op dit moment zijn er slechts enkele kwalitatieve (Körver, 2016) en kwantitatieve (cf. Damen, 2022; Kruizinga, 2017; Liefbroer et al., nog te verschijnen) studies in Nederland verricht waarin aandacht is voor het effect of de impact van geestelijke verzorging op cliënten. In enkele kleinschalige studies is aandacht voor het effect van zorg voor zingeving op de zorgbehoefte van mensen, waaruit bleek dat zelfredzaamheid vergroot werd, dat het huisartsbezoek van 6 patiënten daalde en is ‘de lichamelijke en in grotere mate de psychische kwaliteit van leven is bij de 9 patiënten verbeterd’ (Damen & Leget, 2017, pp. 25–26). Om de effecten op huisartsbezoek, gezondheid als spiritueel welzijn in beeld te brengen is het van belang te onderzoeken wat het effect van geestelijke verzorging op korte en lange termijn is en hoe de cliënt dit waardeert.

Deze tekst is overgenomen uit de Kennisagenda Geestelijke Verzorging Thuis, Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging (2023).